Ze is stagiair bij het programmabureau Circulaire Economie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Nina Maaswinkel denkt mee over hoe de overheid nieuwe Nationale Doelen voor een circulaire economie kan vaststellen. Die doelen gelden voor 2030 en 2050. Nina kreeg de vraag om haar stage te beoordelen op aspecten als bedrijfscultuur en stageopdracht. ‘Ik ben heel positief.’
Nina studeert Urban Environmental Management aan de Universiteit van Wageningen. Bij het programmabureau Circulaire Economie werkt ze aan de concretisering van de nationale doelen voor circulaire economie. Deze stage is een mooie manier om erachter te komen wat ze na haar studie wil doen. ‘Een kijkje in de keuken bij de overheid leek me heel interessant. Maar ik wist van tevoren natuurlijk niet of dat ook écht zo was.’
Ze is nu op de helft van haar stage. Een mooi moment om de tussenbalans op te maken.
‘Het valt me op hoeveel jonge mensen hier werken. En hoe gedreven ze zijn. Iedereen wil echt bijdragen aan een duurzamer Nederland. Daardoor word je vanzelf enthousiast en krijg je zin om aan dit onderwerp te werken. Het is gewoon een hele fijne werkomgeving, ik voelde me meteen welkom. Er is weinig hiërarchie, mensen zijn makkelijk benaderbaar. Waar je wel rekening mee moet houden is de inwerktijd. Een ministerie is een grote organisatie. Het kost even tijd voordat je daar je weg vindt.’
‘Ons team werkt aan het opstellen van nieuwe, meer concrete, nationale doelen voor een circulaire economie. Op dit moment is het doel om in 2030 50% grondstofreductie te realiseren. In 2050 moet zelfs de hele economie circulair zijn. Wij kijken hoe we die doelen concreter kunnen maken. Een hele interessante opdracht, maar tegelijk ook heel complex. Er is niet 1 weg en niet 1 antwoord. We doen flink veel uitzoekwerk en we leggen contacten met bedrijven en instanties. Het is echt pionierswerk, al is Nederland wel koploper op het gebied van circulaire economie en is er dus ook al veel kennis.’
‘Ik heb officieel 1 maar in de praktijk zelfs 2 begeleiders. Als stagiair draai je volwaardig mee in je team. Er is ruimte om vragen te stellen en iedereen houdt er rekening mee dat ik nieuw ben. Tegelijkertijd krijg ik eigen inhoudelijke opdrachten, waar ik verantwoordelijk voor ben. Dat is leuk want zo kan ik echt iets bijdragen. Mijn mening wordt gewaardeerd. En ondertussen kan ik altijd terecht bij mijn begeleiders.’
‘De arbeidsvoorwaarden van het ministerie zijn gewoon erg goed. Ik krijg een mooie stagevergoeding en leermogelijkheden. Ik volg nu een cursus ‘juridische basics’ die wordt aangeboden door de overheid. Er is ook tijd voor de fun, met borrels en uitjes, bijvoorbeeld met Jong IenW. Een leuke manier om een band met je collega’s op te bouwen.’
‘Door deze stage weet ik zeker dat ik verder wil met de circulaire economie. Ik ben blij dat ik stage loop bij het ministerie, omdat het me leert hoe de overheid werkt en wat er speelt. Maar ik heb wel de behoefte om op meer plekken rond te kijken. Zo heb ik ook gekeken naar een traineeship bij Rijkswaterstaat, de uitvoeringsorganisatie van IenW. Ik hou ondertussen zeker de mogelijkheid open om in de toekomst bij dit ministerie te gaan werken. De opdrachten zijn uitdagend en het is een leuke werkgever.’