Ronald van Arragon is arbeidsinspecteur bij de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA). Met zijn collega’s zorgt hij dat werknemers in heel Nederland aan de slag kunnen in een veilige en gezonde omgeving. Waar let een arbeidsinspecteur nu precies op tijdens een inspectie? En hoe richt hij zijn werk eigenlijk in? We liepen een dag mee en bezochten 2 locaties.
Een dag op pad met een arbeidsinspecteur
Roland van Arragon
Arbeidsinspecteur - Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Werken als inspecteur
In totaal houdt de NLA, onderdeel van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in Nederland toezicht op zo’n 700.000 bedrijven, waar in totaal zo’n 7,5 miljoen mensen werken. Roland inspecteert onder andere op bouwplaatsen of er veilig en gezond wordt gewerkt en voorkomt zo ongelukken.
‘Tijdens een inspectie let ik op alles, bijvoorbeeld of steigers goed zijn gemonteerd en of er nergens valgevaar is’
Roland van Arragon
‘Ik stop ook als er particulieren aan het klussen zijn’
Roland werkt gemiddeld 3 dagen buiten en 2 dagen op kantoor. ‘Tijdens mijn bureaudagen maak ik onder andere ongevallen- en boeterapporten op, voer ik overleggen en checken mijn collega’s en ik elkaars inspectierapporten. Ook moet ik slachtoffers en soms getuigen van een ongeval horen, om helder te krijgen wat er is gebeurd. Dan krijg ik onder meer te horen of het slachtoffer zelf onveilig aan het werk was, of dat de werkgever niet had gezorgd voor een veilige werkomgeving. Tijdens mijn inspectierondes rijd ik door de regio van bouwplaats naar bouwplaats, maar ik stop ook als er particulieren aan het klussen zijn. Ik kan hen dan wel geen boete geven als ze onveilig werken, maar ik kan ze wel op mogelijke gevaren wijzen en tips geven.’
Overal op de bouwplaats toegang
‘Voorafgaand aan een inspectie laat ik nooit weten dat ik kom’, vertelt Roland. ‘Dan zouden uitvoerders hierop in kunnen spelen en krijg je geen eerlijk beeld van hoe het eraan toegaat op een bouwplaats. Wel meld ik me bij de start van een inspectie altijd even bij de uitvoerder die het overzicht heeft over al het werk. Dan vraag ik hoe het ervoor staat en waar ze precies mee bezig zijn.’ Tijdens het startgesprek bij Wehkamp geeft de uitvoerder aan dat ze bezig zijn met controles om te kijken of de geautomatiseerde stellingen werken. Hij heeft liever niet dat Roland daar nu inspecteert, dat zou kunnen storen bij het werk. ‘Met mijn inspectiepas mag ik overal komen, ook al zegt iemand van niet. Maar ik kom regelmatig op deze bouwplaats – zo eens in de 6 weken – dus ik hoef de stellingen nu niet per se te controleren.’
Door te controleren of mensen wel veilig kunnen werken, voorkomen we dat er ongelukken gebeuren
Roland van Arragon
Arbeidsinspecteur
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Tijdens een inspectie let Roland op verschillende dingen. ‘Bijvoorbeeld op de fysieke belasting van werknemers. Deze moet altijd zo minimaal mogelijk zijn. Zo moeten glasplaten vanaf 50 kilo machinaal worden verplaatst. Gebeurt dit niet, dan krijgt de werkgever een boete. Die kan oplopen tot € 4500.’ Ook het leggen van een vloer moet het personeel zo min mogelijk belasten. Op de bouwplaats van het Wehkamp-distributiecentrum letten ze hier goed op. ‘De machine om de vloer mee af te werken is goed hoog. Zo hoeft de gebruiker niet te bukken, dat is slecht voor zijn knieën.’ Van een hekje op de bovenverdieping maakt Roland een foto en een aantekening. ‘Dit moeten ze verhogen, mensen kunnen hieroverheen vallen.’
Op de tweede locatie, nieuwbouw van 74 woningen en appartementen in Zwolle, verloopt de inspectie ook soepel. Wel voert Roland een flinke discussie met de voorman van een metselbedrijf over het gewicht van een kruiwagen. ‘Hier mogen maximaal 40 stenen van 1,5 kilo op liggen.’ De voorman kan zich hier niet in vinden: ‘Een kruiwagen van meer dan 60 kilo vind ik nog steeds niet erg zwaar.’ Roland legt uit dat verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat het totale gewicht van de kruiwagen echt niet meer mag zijn dan 60 kilo. Uiteindelijk kan de metselaar zich hierin vinden.
Aan het einde van de tweede en laatste inspectie, voert Roland een afsluitend gesprek met de uitvoerder. ‘De eindbespreking is belangrijk. Hierin bespreken we wat ik heb opgemerkt en welke werkgevers of onderaannemers ik mijn bevindingen ga sturen. Die kunnen ook positief zijn. Zo krijgt de werkgever van de vloerleggers bij Wehkamp een compliment over de minimale fysieke belasting.’ Na de inspectie bij de sociale woningbouw zit het buitenwerk er weer op en gaat Roland aan de slag met het schrijven van rapporten en brieven. ‘Dat moet ik meteen doen, want de werkgever is niet altijd op een bouwlocatie aanwezig en ik wil laten weten dat er inspectie heeft plaatsgevonden.’