De Rijksoverheid wil een werkgever zijn waar iedereen zich welkom en gewaardeerd voelt. In een werkomgeving waar samenwerking, aandacht voor individuele kwaliteit en ontwikkelmogelijkheden voorop staan. Diversiteit en inclusie is dan ook een belangrijke pijler van het personeelsbeleid. Eva Heijblom, Christiaan Rebergen en Abigail Norville, 3 topambtenaren, gaan met elkaar in gesprek over diversiteit, inclusie en inclusief leiderschap bij de Rijksoverheid.
Diversiteit en inclusie: vooral een kwestie van doen
Diverse denkkracht
‘De maatschappelijke opgaven in ons land worden steeds complexer en we hebben diverse denkkracht nodig om daar goede antwoorden op te vinden’, stelt Eva Heijblom. Eva werkte jarenlang in een uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid. Nu is ze plaatsvervangend secretaris-generaal bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Een mooie functie, maar ze mist de diversiteit van haar vorige werkomgeving. ‘Mijn ervaring is dat verschillende mensen, achtergronden en competenties in een goede samenstelling betere resultaten behalen. Ook de ministeries moeten inclusiever worden.’
‘Pas wanneer er genoeg rolmodellen in een organisatie zijn, kan iets vanzelfsprekend worden’
Nieuwe inzichten
‘Het ministerie van Financiën kun je op dit moment niet divers en inclusief noemen’, beaamt Christiaan Rebergen, thesaurier-generaal van Financiën. Voordat hij bij Financiën kwam, werkte Christiaan bij Buitenlandse Zaken, de laatste jaren als directeur-generaal Ontwikkelingssamenwerking. ‘Binnen ons ministerie werken overwegend witte, mannelijke economen, die primair op dezelfde manier naar economische vraagstukken kijken. In mijn rol van ambassadeur diversiteit en inclusie benadruk ik dat diversiteit ons vooruithelpt in ons werk. Medewerkers die dezelfde vraagstukken vanuit een ander perspectief of andere discipline benaderen, brengen belangrijke nieuwe inzichten mee. Ik heb het dan niet alleen over zichtbare verschillen, zoals man-vrouwverhouding en culturele afkomst, maar ook over de verhouding tussen bijvoorbeeld economen en niet-economen.’
Diversiteit is nog geen inclusie
‘Kijk je alleen naar zichtbare diversiteit, dan maak je het inclusievraagstuk veel te beperkt’, stelt Abigail Norville, plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). In haar vorige functie van directeur HR, Communicatie en Juridische zaken bij de gemeente Rotterdam, zette zij zich al met succes in voor een diverser medewerkersbestand. ‘Een rake uitspraak vind ik: ‘Diversity is being invited to the party, inclusion is being asked to dance’. Diversiteit op zich zegt nog niets. Tegenwoordig zie je bijvoorbeeld in reclames steeds vaker gekleurde mensen, maar er is pas sprake van inclusie als deze mensen aan de ontwerptafel zitten en inhoudelijk meedenken over de reclames.’
Positieve invloed op inclusie
‘In een inclusief team kan iedereen zichzelf zijn en prettig samenwerken’, zegt Eva. ‘Maar dit gaat niet altijd vanzelf. Zo kan het voor een leidinggevende best complex zijn om een divers team aan te sturen. Als je daarin dan geen ondersteuning krijgt, kun je ontmoedigd raken. En een diversiteitskandidaat die ontdekt dat de specifieke opleiding die hij of zij nodig heeft om hogerop te komen, niet wordt aangeboden binnen het Rijk, kan teleurgesteld besluiten om weg te gaan. Ik denk dat maatwerk op het gebied van coaching, opleiding en ontwikkeling een positieve invloed kan hebben op inclusie.’
‘Inclusief leiderschap begint bij het actief scouten op divers talent’
Zelfreflectie
Abigail: ‘Empowerment van diversiteitskandidaten vind ik een goede zaak, maar dan wel op een gelijkwaardige manier. Het moet dus niet zo zijn dat het meisje met de hoofddoek leert hoe zij moet omgaan met grappen over hoofddoeken, en haar collega/grappenmakers niet worden aangesproken op hun gedrag. Inclusief leiderschap betekent: je voortdurend bewust zijn van de verschillende kanten aan een verhaal. En iedereen maakt weleens een misser, dat geeft ook niet. Als je maar genoeg zelfreflectie hebt om dit te erkennen en ervan te leren.’
Kwestie van doen
‘Inclusief leiderschap begint bij het actief scouten op divers talent’, zegt Christiaan. ‘Zijn alle talenten op je lijst wit, man en econoom? Vraag jezelf dan af: wat doe ik verkeerd in mijn werving en selectie? Ik geloof dat je ook gewoon massa nodig hebt om iets voor elkaar te boksen en geaccepteerd te krijgen. Pas wanneer er genoeg rolmodellen in een organisatie zijn, kan iets vanzelfsprekend worden.’ Abigail: ‘In mijn loopbaan heb ik zeker al 50 gesprekken gevoerd over diversiteit en inlcusie . Inmiddels denk ik steeds vaker: Stop talking, just do it!’