Niet suf en saai
'Ik wil werk doen dat nuttig is. Waarbij ik iets bijdraag aan de maatschappij, maar dat niet saai en suf is. Al tijdens mijn studie dacht ik dat ik dat zou kunnen vinden bij de Rijksoverheid. Mijn stage bij het ministerie van Buitenlandse Zaken bevestigde dat. Ik leerde daar balanceren tussen iets neerzetten voor de lange termijn en geleefd worden door de politieke waan van de dag.
Impact op allerlei niveaus
Als je voor de Rijksoverheid werkt, heb je impact. Maar er zijn wel gradaties. Tijdens mijn traineeship werkte ik een jaar voor de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel. Daar droeg ik bij aan beleid voor 500 miljoen mensen – geweldig. Maar de processen en besluitvorming met 27 landen gaan langzaam. Met andere woorden: het proces is lang, maar áls het beleid eenmaal staat, bereik je ook meteen heel veel mensen. Bijvoorbeeld bij een gemeente is dat eerder andersom. Daar geldt vaak dat je meer impact van je werk ziet, simpelweg omdat je er dichter op zit.
Middenweg
Bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heb ik een middenweg gevonden. Het werk van mij en de collega’s van mijn afdeling raakt alle werkende mensen in Nederland. We houden ons bijvoorbeeld bezig met arbeidsmigranten, discriminatie op de werkvloer en arbeid en zorg. Zelf maak ik beleid voor zzp’ers. We zijn we de afgelopen 4 jaar, en nog steeds, druk bezig om zo goed mogelijk uitvoering te geven aan het regeerakkoord van dit Kabinet.
Even iets regelen
Eerlijk is eerlijk: er worden in mijn omgeving wel eens grapjes gemaakt dat ik ambtenaar ben. Ook wordt er wel eens gevraagd of ik niet iets kan regelen. Maar zo werkt het niet. Wij bedenken in beginsel zelf geen beleid of regelingen, maar adviseren daar vanuit onze expertise over. Het Regeerakkoord is daarbij het uitgangspunt, het Kabinet beslist. Als je iets wil veranderen, moet je het in de stembus regelen.'