Ik zit nu op de plek waar echt het beleid gemaakt wordt
Suzanne Tossings deed na haar studie ervaring op in de ontwikkelingssamenwerking. Daar kwamen haar interesses samen, maar ook het besef dat ze weinig invloed had op het beleid. Daarom solliciteerde ze met succes naar een plek in het ‘BZ-klasje’, de opleiding voor startende beleidsmedewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ). Sinds 2017 houdt ze zich bij de Directie Consulaire Zaken en Visumbeleid (DCV) bezig met Europees visumbeleid.
‘Na mijn studie begon ik als consultant ontwikkelingssamenwerking bij een onderzoeksbureau. Erg leuk, maar wat ik daar miste: echt effect hebben op het beleid dat gemaakt wordt. Het was heel veel onderzoek doen en rapporten schrijven, maar niet zelf doen. Daarom heb ik gesolliciteerd voor het klasje. Om op de plek te komen waar dat beleid gemaakt wordt. En dat is hier. Ik zit er nu middenin.
De sollicitatie was lang, maar vooral leuk en uitdagend. Ik leefde echt van ronde naar ronde. Eerst maar eens een goede brief. Dan de taaltoetsen. De assessments. Natuurlijk, het is vooral leuk omdat het me gelukt is. Maar ook als ik het niet had gehaald, dan had ik er ontzettend veel van geleerd. Iedere ronde diep je weer een stukje van jezelf uit. Of mijn eerdere werkervaring heeft bijgedragen? Het heeft me vooral geholpen omdat ik daardoor heel duidelijk wist wat ik wilde.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken is het klasje erg divers. Er wordt bewust naar de samenstelling gekeken en dat is ook logisch: straks vertegenwoordigen wij Nederland in het buitenland. Dan wil je ook variatie in achtergrond, werkervaring, interesses en ambities. Juist die verschillen maken onze discussies heel interessant. Iedereen hoopt dat ook vast te houden. Elke woensdag lunchen we samen. En binnenkort reizen we naar Berlijn, om het Duitse klasje op te zoeken. Behalve de gezelligheid is het ook makkelijk dat je overal in de organisatie al mensen kent. Handig als je iets van een andere directie nodig hebt.
Later hoop ik wel weer iets met ontwikkelingssamenwerking te doen. Maar de reden om hier te solliciteren, was juist dat ik niet teveel in één hoekje geduwd wil worden. Nu werk ik op de afdeling Visum en Reisdocumentenbeleid. Daar had ik me nooit eerder in verdiept. Maar hier waarderen ze het juist als je de breedte en het onbekende opzoekt. Dus houd ik me opeens bezig met visumbeleid. Bijvoorbeeld met de besluitvorming rond ‘Slimme Grenzen’. Dat gaat over het versterken van de Europese buitengrenzen. Ik houd in de gaten wat dit betekent voor onze ambassades. Dat is het mooie aan werken bij BZ: je ontwikkelt je als generalist en wordt gestimuleerd verder te kijken dan wat je al weet.’