Seniorjurist bezwaar en beroep Jean-Paul ter Schure - Borghouts staat regelmatig voor de rechter namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Hij geniet van de sessies in de rechtbank. Maar zijn rol heeft nog veel meer interessante kanten.
‘Zittingen in de rechtszaal? Dat zijn de krenten uit de pap’
Wat vind je zo leuk aan in de rechtszaal staan?
‘Je wordt gedwongen om je tot in de puntjes voor te bereiden, om helemaal te doorgronden waarom een bepaald besluit is genomen. Je moet de regelgeving heel goed kennen en on the spot kunnen reageren, ook op onverwachte vragen. Het is live: je krijgt maar 1 kans om het goed te doen. En kom je voor een hogerberoepsinstantie, dan moet er nog een tandje bij. Het is een spannende dynamiek. Ik vind zittingen echt de krenten uit de pap.’
Als net afgestudeerd jurist deed je al bezwaar- en beroepszaken. Wilde je dat altijd al?
‘Direct na mijn studie ben ik gaan werken bij het Productschap Tuinbouw, als jurist bezwaar en beroep. Ik wilde graag die kant op, maar het ging onverwacht snel. Binnen de kortste keren deed ik hoorzittingen en zittingen in de rechtbank. Ook schreef ik beslissingen op de bezwaren van tuinders. Die bezwaren gingen vooral over de besteding van het geld dat zij afdroegen aan het productschap.’
Je ging direct het diepe in.
‘Nogal. Maar het was een hele goede leerschool. Ik heb daar geleerd wat de regels die we hebben, betekenen in het echte leven. En ik heb leren schrijven in begrijpelijke taal, wat best een omschakeling was na de studie.’
Wat heb je nog meer meegenomen naar je huidige werk bij VWS?
‘Inzicht in het snijvlak van recht, politiek en bestuur nam ik vooral mee uit mijn werk bij de rechtbank Utrecht. Hier kreeg ik, nog meer dan bij het productschap, te maken met overheidszaken. Grote en kleine zaken, met impact op het land en op de burger. Ik heb er geleerd om ingewikkelde vraagstukken behapbaar te maken voor “de burger”. Van alles wat ik hiervoor gedaan heb, heb ik in mijn huidige rol nog dagelijks profijt.’
Hoe ziet die rol eruit?
‘Ik behandel bezwaren van burgers, medisch professionals of organisaties die het niet eens zijn met een besluit van het ministerie of een uitvoeringsorganisatie. Ik leid de hoorzitting waarin we spreken met de partij die bezwaar heeft gemaakt en ik schrijf de beslissing op het bezwaar uit naam van de bewindspersoon. Als de bezwaar makende partij het niet eens is met de beslissing, kan hij in beroep gaan. Dan gaan we naar de rechtbank. Ik schrijf het verweerschrift en voer tijdens de zitting het woord namens de minister. Na uitspraak van de rechter kunnen beide partijen nog in hoger beroep bij de Raad van State. Ook dan pleit ik namens de bewindspersoon.’
Wat voor soort zaken behandel je?
‘Mijn zaken gaan veelal over de zorg, maar ook over subsidies voor sportclubs of bijvoorbeeld over het experiment gesloten coffeeshopketen. Bepaalde telers kregen in dit experiment een vergunning voor het legaal telen van cannabis. Recent werkte ik aan een zaak over de terugvordering van een subsidie van een medisch specialist. En aan het beroep van een grote Nederlandse krant die de correspondentie tussen de bewindspersoon en een leverancier ten tijde van de coronacrisis geopenbaard wil hebben.’
Bij die laatste zaak is er dan waarschijnlijk veel media-aandacht?
‘Dat klopt, dit wordt enorm breed uitgemeten in de pers. Maar het gros van onze zaken blijft meer onder de radar. Elke zaak heeft een totaal andere dynamiek. Zijn er professionals bij betrokken, gaat het om burgers of bijvoorbeeld een belangenvereniging… je moet met al die verschillende mensen om kunnen gaan. Met hun belangen en emoties. En voor hen de vertaalslag maken van juridische naar normale taal. Dat is best een kunst. Maar een hele leuke.’
Hoe vaak sta je voor de rechter?
‘Gemiddeld eens per maand. We streven overigens naar minder procedures. Zo pakken we zaken vanaf het begin, dus bij het bezwaar, al informeler aan. Kort na binnenkomst van een bezwaarschrift bellen we de bezwaarmaker. Dat iemand aan de telefoon luistert en dingen toelicht, kan tot meer begrip bij de bezwaarmaker leiden. Soms zelfs tot intrekking van een bezwaar.’
Waarom wilde je bij VWS werken?
‘De thema’s van dit ministerie spreken me aan. Met de zorg hebben we allemaal te maken. Je ziet ook heel direct de impact van besluiten. Tijdens het solliciteren vond ik ook de sfeer bij VWS meteen prettig. Ik zie mezelf niet zo snel werken in een heel formele omgeving.’
Wanneer heb je een lekkere werkdag?
‘Als de puzzelstukken op hun plaats vallen in een zaak. Als het bestuursrechtelijk helemaal klopt en dat ook een zinvol doel dient. Als de partijen elkaar begrijpen, en we iets toevoegen aan het maatschappelijk belang. En wat minder “groots” maar zeker niet minder belangrijk: ik krijg veel energie van het begeleiden van collega’s. Ik breng hen iets met mijn kennis en ervaring, en zij brengen mij nieuwe inzichten, een frisse blik en een hoop werkplezier.’
Jean-Paul:
- Deed een bachelor Rechtsgeleerdheid en een master Staats- en Bestuursrecht in Leiden
- Werkte tijdens zijn studie bij een rechtswinkel en een juridische uitgeverij
- En na zijn studie bij het Productschap Tuinbouw en de rechtbank Utrecht
- Startte medio 2019 in zijn huidige functie bij VWS.