Het Nederlandse deel van de Noordzee is een van de meest intensief gebruikte zeeën ter wereld. Naast de bestaande functies zoals visserij en scheepvaart komen er nieuwe vormen van gebruik bij zoals energiewinning. Robert Smaak en Adnane Benajiba vertellen hoe er afspraken worden gemaakt over het gebruik van de Noordzee. Afspraken die worden vastgelegd in het Noordzeebeleid.
Beheren van gezamenlijk gebied: de Noordzee
Robert Smaak
Afdelingsmanager Projecten - Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Voedsel, recreatie en energie
De Noordzee neemt een bijzondere plek in binnen de Nederlandse wateren en in de levens van vele Nederlanders. De Noordzee zorgt voor voedsel, recreatie en energie. Samen met alle andere landen die aan de Noordzee liggen stelt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het Noordzeebeleid op. Robert Smaak is afdelingshoofd bij het directoraat-generaal Water en Ruimte waar dit gebeurt . ‘Onze afdeling houdt zich bezig met de coördinatie van het Noordzeebeleid, maar ook van de Waddenzee, de Zuidwestelijke Delta, de Eems Dollard en de kust.’
Samenwerken en verbinden
‘Alles wat op zee gebeurt, heeft invloed op wat er op het land gebeurt. En andersom. Daar denken wij over na samen met andere ministeries en instanties’, legt Robert uit. ‘Wij gaan niet over de visserij. Dat ligt bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, maar we hebben er wel mee te maken. Zo mogen er geen vissersboten varen door de windmolenparken die in de Noordzee zijn aangelegd. De energieleveranciers willen aanvaringen vermijden, bovendien gebruiken de vissersboten netten die over de grond slepen. Buiten het feit dat de windmolens deze vangst verhinderen kunnen de stenen die rondom de windmolens zijn gestort hun netten kapot rijten. We onderzoeken nu hoe er wel gevist kan worden door een nieuwe techniek van vissen. Wij werken hiervoor samen met Rijkswaterstaat . Zij zijn beheerder van het Nederlandse deel van de Noordzee, want beleid maken zonder beheerder kan niet. We werken ook samen met Buitenlandse Zaken als het gaat om internationale bewegingen en met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vanwege het cultureel erfgoed; de bodem van de Noordzee ligt namelijk bezaaid met wrakken’.
Energiewinning
Robert: ‘Energietransitie is een belangrijk thema voor de Noordzee: hoe zetten we fossiele energie om in duurzame energie? Kunnen we, naast windenergie, ook energie winnen uit golfslag en stroming? We spreken hierover met energieleveranciers, de scheepvaart, de visserij, de kustprovincies en gemeenten. Dat gaat niet altijd even gemakkelijk. De windmolenparken in de zee bijvoorbeeld kunnen niet altijd op sympathie rekenen vanuit de gemeenten en provincies, maar ook niet vanuit de burgers.’
‘Bij werken aan waterveiligheid zie je het resultaat direct om je heen’
Robert Smaak
Serious game
Om meer inzicht te krijgen in de gevolgen van activiteiten op zee en kustgebied is er een serious game ontwikkeld: Maritime Spatial Planning (MSP) Challenge 2050. Deze game is in opdracht van IenW ontwikkeld door de TU Delft, Signature Games en anderen. Adnane Benajiba is stagiair bij de afdeling van Robert en houdt zich bezig met de internationale kant van het Noordzee dossier: ‘Het doel van de game is meer inzicht krijgen in de gevolgen van beslissingen over de zee, op europees niveau. Ik heb met veel plezier de MSP Challenge gespeeld, samen met de MSP Erasmus Mundi studenten in Venetië. De spelers moeten plannen en activiteiten uitvoeren op zee en in het kustgebied. De gevolgen worden berekend over de hele zee en op basis van regels uit de ‘echte’ wereld. De game wordt real time gespeeld; de tijdscomponent speelt in de MSP Challenge 2050 een belangrijke rol’.
Gezamenlijk gebied
‘De zee is een gezamenlijk gebied. Er wonen geen mensen. Toch heeft Nederland wel een eigen deel van de Noordzee. De gehele Noordzee beheren we samen met andere landen’ vertelt Adnane. Op Europees niveau bestaat er sinds 2008 geïntegreerd maritiem beleid. Zo is er een geïntegreerd maritiem beleid expert groep die elke 3 maanden bij elkaar komt ergens in Europa om af te stemmen en informatie uit te wisselen. ‘Ik mocht daar een paar keer bij zijn. In deze expert groep zit per lidstaat 1 expert, aangevuld met observanten uit IJsland en Noorwegen. We moeten goed weten waar we zelf mee bezig zijn, maar ook wat andere landen doen op of in de Noordzee. Alles wat leeft in het water houdt geen rekening met grenzen, vissen zwemmen overal naar toe. Dus het uitgangspunt van de expert groep is samenwerking’ licht Adnane toe.
‘Nederland is leading als het gaat om maritiem beleid’
Adnane Benajiba
Europees Maritiem Beleid
Vooral de scheepvaart en het milieu staan in het Europese maritieme beleid centraal, maar ook onderwerpen als mensensmokkel over zee en zeeweringen vallen er onder. ‘Elk jaar worden de Europese Maritieme dagen georganiseerd. Dit jaar vinden deze plaats in Turku, Finland. Ik organiseer de High Level Focal Point bijeenkomst over het European Integrated Maritime Policy. We verzamelen input voor het Europese beleid voor de komende jaren en delen dit vervolgens met de verantwoordelijke directeuren en directeuren generaal.
Beetje eigenwijs
Op de vraag wat hij typisch Nederlands vindt, moet Adnane even nadenken. ‘Nederland is leader in de maritieme sector. In Nederland, binnen IenW, en binnen onze afdeling is de situational awareness hoog, zowel op internationaal als nationaal niveau. Nederlanders weten verder heel goed hoe en wanneer ze naar anderen moeten luisteren. Er wordt van je verwacht dat je helder en open communiceert. Het voordeel daarvan is dat je makkelijk naar een directeur of afdelingshoofd kunt lopen en je mening kunt delen. Ik heb ook niet het gevoel dat ik ‘maar een stagiair’ ben’. En, verlegen lachend: ‘Nederlanders zijn wel een beetje eigenwijs’. Robert: ‘Het was niet heel makkelijk om een plek voor Adnane te creëren, het had best wat voeten in de aarde, maar ik heb volgehouden. Mede dankzij mijn directeur, die er ook erg voor open stond. Mensen zoals Adnane, dat zijn niet de minste. Met zo’n internationaal profiel. Dan denk ik: zet je tanden er maar in. Daar kunnen beiden kanten iets van leren’.