Met een master Staats- en Bestuursrecht op zak begon Wilco Ploeg als juridisch adviseur bij Rijkswaterstaat. Een paar jaar later stapte hij over naar zijn huidige baan: wetgevingsjurist bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Zijn specialisatie is spoor en openbaar vervoer.
‘We veranderen de wereld niet, maar we hebben wel een beetje invloed’
Je ging van uitvoeringsorganisatie Rijkswaterstaat naar het kerndepartement van Infrastructuur en Waterstaat. Waarom?
‘Ik wilde dichter bij het beleid zitten. Bij IenW zit ik daar waar de politieke keuzes worden gemaakt en dat vind ik interessant.’
Je veranderde ook van functie: van juridisch adviseur naar wetgevingsjurist. Wat is het grootste verschil?
‘Als juridisch adviseur werk je vanuit bestaande wetgeving. Dat is je uitgangspunt. Als wetgevingsjurist denk je mee over de vorming van beleid en wetten, en schrijf je die wetten ook daadwerkelijk. Hiervoor werk je veel samen met andere juristen. En in mijn geval ook met de beleidscollega’s en contactpersonen bij uitvoeringsorganisaties. Overigens doe ik ook juridisch advieswerk. Net als veel collega’s bij IenW. Ik vind die combinatie van werkzaamheden een groot voordeel, het maakt mijn baan ontzettend fijn en gevarieerd.’
Spoor en openbaar vervoer zijn je werkgebieden bij IenW.
‘Klopt, en over de wetgeving op dit gebied wist ik nog niet zoveel toen ik hier startte. Maar ik zet mijn tanden graag in nieuwe onderwerpen, en dit is bovendien een bijzonder interessante.’
Wat maakt het zo interessant?
‘We hebben te maken met een veelheid aan instanties en uitvoerings- en handhavingsorganisaties. ProRail, vervoerders als Arriva, NS, en goederenvervoerders, reizigersvereniging Rover, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Autoriteit Consument en Markt (ACM). En dat is nog niet eens alles. Allemaal hebben ze hun eigen belangen en perspectieven. Daarnaast is het spoor logischerwijs een internationale aangelegenheid. Dat is erg boeiend.’
Vanwege?
‘Vanwege het spanningsveld waarmee je dealt: Europa wil bijvoorbeeld af van de eigen regels die elk land hanteert. Nederland wil op onderdelen juist ruimte houden voor eigen keuzes. In mijn rol als jurist hielp ik bij de onderhandelingen over deze voorgestelde verordening, een mooi traject. We sparren daarvoor bijvoorbeeld met collega’s in Duitsland. Tegelijkertijd zijn we bezig om onze eigen nationale regels in de Spoorwegwet aan te passen.’
Dat klinkt niet als een gemakkelijke klus.
‘Zeker niet, maar ik hou er juist van als er veel, vaak tegenstrijdige perspectieven zijn. Ik wil alle belangen in kaart brengen, afwegen, diep in de materie duiken en met veel partijen praten om tot een goed resultaat te komen. Als ik dat in een team met anderen samen mag doen, is dat extra leuk.’
En dan is er nog de politieke component.
‘Mijn collega’s en ik zijn het juridische geweten van het ministerie. Als wetgevingsjurist leg je beleid vast dat voortkomt uit politieke keuzes. Dat moet je vertalen in begrijpelijke, heldere taal voor de bewindspersoon, de Tweede Kamer en, uiteindelijk het belangrijkst; voor de burger en de organisaties voor wie de wetten gelden. Je weegt voortdurend af of wat je schrijft ook is wat we écht bedoelen. Er moet geen speld tussen kunnen.’
Levert dat wel eens discussie op?
‘O ja, maar we hebben altijd het recht om op terug te vallen. De juridische kaders zijn leidend. Een bewindspersoon of een beleidscollega kan iets heel graag willen, maar als het Europees recht het bijvoorbeeld niet toelaat, geef ik dat aan en maak ik duidelijk wat de gevolgen kunnen zijn. De bewindspersoon maakt uiteindelijk de keuze, wij juristen adviseren.’
Wat vind je het tofst aan je werk?
‘Als wetgevingsjurist kun je aan de voorkant verschil maken en bijdragen aan besluitvorming. We veranderen de wereld niet, maar we hebben wel een beetje invloed. En bij de Rijksoverheid zijn we bezig met de gaafste dingen van staats- en bestuursrecht, echt in het hart. Hier gebeurt het.’
En de arbeidsvoorwaarden, tellen die zwaar mee voor je?
‘Die zijn natuurlijk prettig. Een goed salaris, flexibiliteit in je werkweek, hybride werken, dat zijn fijne dingen. Maar voor mij zijn de inhoud van mijn werk en het goede contact met mijn collega’s essentieel.’
Wilco:
- Studeerde Staats- en Bestuursrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, richting Omgevingsrecht
- Begon na zijn studie als jurist bij Rijkswaterstaat
- Werkt sinds januari 2022 in zijn huidige functie bij IenW.