De Rijksoverheid heeft een voorbeeldrol op het gebied van diversiteit en inclusie. Daarom moet het altijd aandacht blijven krijgen, vindt Abdeluheb Choho, algemeen directeur bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Als reactie op de Hongaarse anti-homowet liet hij het logo van de RVO aanpassen in regenboogkleuren. Want: iedereen moet overal zichzelf kunnen zijn.
Accepteren dat we allemaal gelijk, maar verschillend zijn
Abdeluheb Choho
Algemeen directeur - Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Publicatiedatum 30-09-2021
Verschillende perspectieven
Abdeluheb weet dankzij zijn Marokkaanse achtergrond en homoseksuele geaardheid als geen ander waarom diversiteit en inclusie zo’n belangrijk thema is. Hij begint met een belangrijke misvatting. ‘Wie praat over diversiteit en inclusie, zegt al snel: we zijn toch allemaal gelijk. Dat is waar, maar we zijn ook allemaal verschillend. Iedereen brengt met zijn of haar achtergrond weer andere ervaring mee. Dan komen we ook meteen op het belang van diversiteit binnen een organisatie. Het levert verschillende inzichten en perspectieven op. Bij RVO werken meer dan 5 duizend mensen, die allemaal weer anders zijn. Ik vind dat de kracht van RVO. Wat mij betreft kunnen we niet divers genoeg zijn.’
Het begint met praten
Natuurlijk zou het eigenlijk niet meer nodig moeten zijn, maar toch blijft er werk aan de winkel als het om diversiteit en inclusie binnen de Rijksoverheid gaat. Zo ook bij RVO, vertelt Abdeluheb. ‘Ik nodig medewerkers actief uit om het gesprek hierover aan te gaan. Daar begint het mee, dat medewerkers zich veilig genoeg voelen om bepaalde onderwerpen aan te kaarten. Ook besteed ik aandacht aan diversiteit en inclusie bijvoorbeeld in berichten op LinkedIn of blogs op ons intranet. En natuurlijk in vergaderingen met directieteams.’
‘Er is helemaal niks mis met positieve discriminatie’
Abdeluheb Choho
Meer kleur op de werkvloer
Met de ambitie om minstens 30 procent vrouwen in de managementlagen te hebben, gaat het bij RVO goed. Maar wat culturele diversiteit betreft mag er zeker meer diversiteit op de werkvloer komen. ‘We kijken naar doorgroeimogelijkheden voor multicultureel talent, maar zijn ook kritisch op onze werving. Sommige mensen zeggen dat er weinig aanbod is. De vraag is dan of de criteria die gesteld worden wel goed zijn. Er wordt bijvoorbeeld vaak gelet op extracurriculaire activiteiten naast een studie. Ik heb die zelf nooit gehad, doordat ik werkte om mijn studie te kunnen bekostigen. Het is goed om met dat soort dingen rekening te houden bij het checken van een cv.’
Netwerken om elkaar te helpen
Er is helemaal niks mis met positieve discriminatie, vindt Abdeluheb. Diversiteit is namelijk in het belang van de organisatie. Hij vindt het dan ook mooi om te zien hoe er binnen RVO al verschillende netwerken zijn ontstaan, zoals het Roze Netwerk, Jong RVO en het Eigenaardig Netwerk (voor mensen met psychische kwetsbaarheid). ‘Ik zou het mooi vinden als daar nog een bi-cultureel netwerk bij komt. We moeten elkaar toch allemaal een beetje helpen.’