De Rijksoverheid wil de veehouderij duurzamer en diervriendelijker maken. Daarvoor is een omslag in de hele keten nodig. Ook aan de kant van de afzetmarkt. Henny van Rij is coördinerend beleidsmedewerker duurzame veehouderij bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Zij beweegt afnemers duurzamer in te kopen.
Duurzame doelen stellen met supermarkten en horeca
Henny van Rij
Coördinerend beleidsmedewerker Duurzame Veehouderij - Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Afzetmarkt betrekken
‘Aanleiding voor het Programma Duurzame Veehouderij is de visie van de minister op kringlooplandbouw. Lange tijd richtten we ons vooral op hoe boeren kunnen innoveren. Bijvoorbeeld met nieuwe technologie en nieuwe stal- en houderijsystemen.’ Inmiddels ligt er veel meer nadruk op de totale voedselketen, zegt Henny. ‘We betrekken ook de afzetmarkt. Dat zijn supermarkten, cateraars, restaurants en de industrie die dierlijke producten verwerkt in kant- en klaarmaaltijden en snacks. Deze groep moet immers die duurzame producten kopen.’
Keurmerk op menukaart
Henny analyseert de Nederlandse afzetmarkt en inventariseert knelpunten. Henny: ‘Ik wil weten waar afzetkanalen tegenaanlopen bij verduurzaming. Waarom kiezen restaurants niet voor meer duurzame dierlijke producten, nu verduurzaming zo’n trend is? Een zo’n belemmering blijkt het niet kunnen gebruiken van vlees met het Beter Leven-keurmerk vanwege fraudegevoeligheid. Restaurants zouden namelijk gemakkelijk vlees met en zonder keurmerk met elkaar kunnen vermengen en dat toch onder de noemer vlees met een keurmerk op de kaart kunnen zetten. Niemand die dat controleert. Met vlees met een keurmerk op de menukaart krijgt de consument, net als in de supermarkt, in ieder geval een keuze. Hij kan er dan van uitgaan dat hij diervriendelijker geproduceerd vlees eet.’
Portemonnee regeert
Ook supermarkten hebben zo hun knelpunten, ontdekte Henny. ‘Zij lopen aan tegen de hevige concurrentie met andere supermarkten. Maar ook tegen concurrentie vanuit de traditionele horeca die inspringen op verandering van eetmomenten bij consumenten met gemaksvoedsel en bezorging. Supermarkten houden daarom hun prijzen zo laag mogelijk. Want hoewel de consument graag duurzaam leeft, kiest hij in de supermarkt nog vaak met zijn portemonnee. Een groter duurzamer en diervriendelijker aanbod durven supermarkten maar beperkt aan. Want dat aanbod is duurder. Boeren moeten namelijk investeren, in schonere technologie bijvoorbeeld of buitenruimte voor dieren. Die kosten willen de boeren doorberekenen in de prijs. Voor een duurzame veehouderij is dus een gedragsverandering nodig bij boeren, consumenten én afzetkanalen.’
Klanten nudgen
Henny inventariseert nu met de afzetkanalen de hobbels die zij ervaren richting verduurzaming. Daarna wil ze met hen ambities bepalen. Want de minister heeft ook deze partijen gevraagd hun verantwoordelijkheid te nemen richting verduurzaming. ‘We moeten samen belemmeringen wegnemen, zodat de supermarkten en horeca uiteindelijk duurzaam kiezen boven gangbaar en boeren durven vernieuwen. Want boeren gaan niet duurzamer produceren als de afzetkanalen er niet naar vragen.’ Henny denkt dat deze groep ook zelf meer kan doen om verduurzaming te versnellen. ‘Supermarkten kunnen klanten ‘nudgen’. Met duidelijkere schapinrichting, betere voorlichting of verschillende kleuren vleesschaaltjes motiveer je de klant een product te kiezen op duurzaamheid in plaats van op prijs.’
Vernieuwing gaat langzaam
Dan toch even naar de andere kant van de keten, de veehouders. Henny: ‘Veel boeren weten gek genoeg heel weinig van hun afzetmarkt. Zij verkopen hun dieren aan de slachterij, maar weten niet waar het vlees daarna terechtkomt. Ze werken aanbodgericht. De veehouderij zet stappen richting verduurzaming, maar het gaat langzaam, terwijl de urgentie hoog is. Innovators worden snel als bedreigend gezien. Daarom is er, behalve technologische innovatie bij de boeren, ook marktinnovatie en sociale innovatie nodig. Want wij willen juist naar nieuwe samenwerkingen, waarbij vraaggericht wordt gewerkt en innovatoren een belangrijke rol kunnen spelen.’
Iedereen kijkt anders naar dieren
Samen met anderen problemen oplossen, dat is wat Henny het liefste doet. Maar verduurzaming van de veehouderij blijkt een complex probleem. ‘Een van de redenen is dat iedereen anders naar dieren kijkt. Honden worden gezien als volwaardig lid van het gezin, maar de meeste varkens worden, terwijl ze slimmer zijn dan honden, niet conform hun natuurlijke behoeften gehouden. Er zit dus ook een ingewikkelde ethische kant aan dit verhaal. Ik blijf optimistisch en werk gelukkig samen met een aantal collega’s met dezelfde energie als ik. Soms denk ik: wat gaat het allemaal langzaam. Dan is mijn glas halfleeg. Laatst hoorde ik iemand zeggen: Dan moet je samen je glas bijvullen. En zo is het. Ik leg me niet neer bij een niet-duurzame veehouderij.’