Ruim 10 jaar geleden kwam Daphné Molenaar-Tindemans vanuit België naar Nederland, om hier te werken als gezelschapsdierenarts. Nog altijd is ze blij met haar verhuizing, vooral omdat alles hier zo goed georganiseerd is. In 2016 maakte ze de overstap naar een baan als (inmiddels senior) toezichthoudend dierenarts bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). Belangrijk en veelzijdig werk, waarmee ze zorgt dat bedrijven zich aan de regels rondom voedselveiligheid en dierenwelzijn houden.
Samen zorgen we dat iedereen veilig van een stukje vlees kan genieten
Zorg voor de dieren
Hoewel Daphné geen dieren meer behandelt, voelt ze zich nu meer dierenarts dan in de dierenartspraktijk. ‘Het is niet meer zo individueel. Ik ben bezig met het grotere plaatje. Veel mensen eten vlees, en daarvoor moeten dieren geslacht worden. Het is onze taak om erop toe te zien dat deze dieren met de grootst mogelijke zorg behandeld worden. We doen al het mogelijke om in de laatste fase angst en pijn te vermijden. En we maken bedrijven bewust van hun eigen verantwoordelijkheid hierin.’
Iedereen een veilig stukje vlees
Bovendien beschikken dierenartsen over de kennis die nodig is om het verschil te maken tussen dieren die ziek zijn, en daardoor niet geschikt om op te eten, en dieren die wél geschikt zijn. Door deze kennis te combineren met het toezicht op hygiëne en dierenwelzijn, zorgen ze er mede voor dat iedereen veilig van dat stukje vlees kan genieten.
Meer dan toezicht houden alleen
Naast het werk in het slachthuis is de functie van Daphné als senior toezichthoudend dierenarts veel breder. ‘Ik coach collega’s in mijn team op houding en gedrag. Ze bellen mij als inhoudelijk deskundige voor verschillende vraagstukken. Ook sluit ik aan bij overleggen tussen NVWA en de bedrijven, en neem ik deel aan projectgroepen als schakel tussen de praktijk en beleid. Ik denk vanuit de uitvoering. Hoe houden we het beleid behapbaar en uitvoerbaar voor alle collega’s op de werkvloer? Tot slot ben ik ook docent wetgeving vanuit de NVWA voor nieuwe collega’s die bij ons binnenkomen via het opleidingstraject.’
‘Ik werk vaak op locatie, maar heb me nooit alleen gevoeld. Je hebt altijd je collega’s.’
Samen de klus klaren
Zelf heeft Daphné de opleiding bij de NVWA als heel professioneel ervaren. ‘De werkdruk is soms best hoog, maar iedereen is enthousiast om kennis en ervaring te delen, en gemotiveerd om samen de klus te klaren. Het resultaat van ons werk is misschien niet van dag tot dag exact meetbaar, maar over een periode heen zie je wel duidelijk effect, en dat geeft voldoening. Mooi vind ik de samenhorigheid tussen de collega’s. Ik werk vaak wel alleen op locatie, maar heb me nooit alleen gevoeld. Je hebt altijd je collega’s.’
Eigen stijl ontwikkelen
Dankzij de ruimte die ze van de NVWA kreeg, is het Daphné gelukt om haar eigen stijl van toezicht houden te ontwikkelen. Ze legt uit: ‘Waar mogelijk neem ik de tijd om situaties uitgebreid te analyseren. Door middel van open vragen probeer ik de bedrijven te overtuigen om uit eigen beweging processen te willen verbeteren. Je krijgt bij de NVWA voldoende mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen, maar je moet de kansen wel zelf pakken. De teamleider faciliteert en zorgt voor de randvoorwaarden. Als jonge moeder kan ik deze baan waarin ik nu 36 uur werk goed combineren. Ik heb een vast contract, een leaseauto, opleidingsbudget en toekomstperspectief. De NVWA biedt bovendien dierenartsen uit de praktijk de kans om zichzelf te ontwikkelen naar een meer beleidsmatige kant.’
‘Soms moet je ook minder populaire beslissingen nemen, maar veiligheid staat voorop.’
Alle belangen afwegen
Alles is communicatie bij de NVWA. ‘Ik heb dagelijks te maken met verschillende partijen en andere belangen waar tussen ik zorgvuldig moet bewegen. Soms moet je minder populaire beslissingen nemen. Iedereen heeft namelijk andere belangen. Een slachthuis wil bijvoorbeeld het maximale uit de slachtdag halen, maar ik kan ze niet laten starten wanneer de sterilisatoren voor het ontsmetten van de messen nog niet functioneel zijn. Het stilstaan van de band kost geld in plaats van dat het opbrengt, dus blij wordt een bedrijf er niet van, maar veiligheid staat voorop.’