Door met gebruikers in gesprek te zijn, snap je pas echt hoe een app moet werken
Corien Potkamp
Productleider en programmamanager App Loket DICTU
Dienst ICT Uitvoering
Begon na haar Schoevers-opleiding marketing en management bij Bureau Heffingen. Tegenwoordig is dit Rijksdienst voor Ondernemen Nederland (RVO) dat valt onder het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Binnen deze organisatie groeide ze snel door tot ontwikkelaar voor logistieke processen. Werkte als adviseur, projectleider en coach. Maakte in 2016 de overstap naar DICTU. Is getrouwd, moeder van 3 kinderen, werkt in deeltijd en woont in een schuurhuis.
Hoe zorg je ervoor dat apps maatschappelijke waarde hebben? Dat ze een relevant antwoord geven op een vraag? Dat is de taak van Corien Potkamp, die als productleider werkt bij het App Loket van de Dienst ICT Uitvoering (DICTU). Waar ze elke dag bouwt aan een stevige relatie tussen ontwikkelaars en eindgebruiker.
‘We ontwikkelen en beheren apps. Ik maak me daarbij sterk voor de gebruiker. Die moet centraal staan. Kijk, de ontwikkelaars in ons team zijn het technische brein. Dankzij hen kunnen we echt hele slimme en fantastische dingen maken voor onze opdrachtgevers. Maar opdrachtgevers zijn niet de gebruikers: dat zijn vaak medewerkers of burgers die iets met regelingen bij de overheid moeten. Als een app niet voldoet aan hun verwachtingen, dan hebben we de plank misgeslagen.
De brug bouwen tussen eindgebruiker en opdrachtgever – dat vind ik bijzonder aan mijn werk. Om samen kritisch te kijken: is dit product een goede oplossing voor een probleem of vraagstelling? Daarom zie ik het liefst dat onze ontwikkelaars praten met de gebruikers, en niet alleen met de opdrachtgevers. Of het nou een boer is, een inspecteur of een schade-expert. Door met hen in gesprek te zijn, snap je pas echt hoe een app moet werken.
Een groot pluspunt van DICTU als werkgever is dat je makkelijk in deeltijd kunt werken. Als ik het thuis wat drukker heb, kan ik prima met mijn leidinggevende naar een oplossing zoeken. Ook investeren in je eigen ontwikkeling is hier prima geregeld. Ik heb bijvoorbeeld net een masterclass politieke vaardigheden gevolgd.
Vrouwen zijn met zo’n 15 procent ondervertegenwoordigd bij DICTU. Onze directeur vindt dat daar verandering in moet komen. In het trainingsaanbod is daarom speciale aandacht voor de uitdagingen waarmee vrouwen te maken krijgen. Er is nu bijvoorbeeld een Empowerment-training opgezet. Die volg ik. Daar word je als mens alleen maar krachtiger en beter van. Ook als je een volgende stap in je carrière wilt maken, krijg je daarvoor de ruimte. Je moet het natuurlijk zelf doen, maar het podium is er.’