Hergebruik
‘Eigenlijk is de cirkel weer rond. Zo’n 25 jaar geleden begon ik bij de overheid als deskundige consumentenafval. Afval scheiden, en daarmee grondstoffen sparen, was toen ook al een hot topic. Ook nu houd ik me weer bezig met hergebruik. Grondstoffen worden schaars. Het wordt steeds belangrijker beschikbare grondstoffen optimaal in te zetten. In plaats van een take-make-waste-economie gaan we richting een circulaire economie, waarbij we producten en onderdelen langer en materialen steeds opnieuw gebruiken. Onlangs is een nieuw rijksbreed programma gelanceerd: Nederland circulair 2050. Bedoeling is dat we in 2050 volgens deze nieuwe denkwijze leven: door producten efficiënt te maken en er slimmer mee om te gaan. Wat nu nog afval is, dient dan als grondstof.
Van 23 naar 5 kunststoffen in product
Dit jaar maakte ik samen met mijn collega’s onder andere een webpublicatie over de circulaire economie, waarin we in heel eenvoudige taal en infographics uitleggen wat de circulaire economie inhoudt en waar kansen en belemmeringen liggen. Heel nuttig, ook om zelf weer even terug te gaan naar de essentie. We hebben er net zo lang aan gesleuteld tot we bijna zeker wisten dat iedereen het zou snappen. Daarnaast onderzoeken we hoe we de voortgang van de circulaire economie het beste kunnen meten.
Hoe weten we of we op de juiste weg zijn? Voortgang kun je meten in kilotonnen of euro’s, maar ook in samenwerkingen die pas later tot innovatie leiden. Pas als bedrijven zien welke kansen er zijn, gaan ze lopen. De rol van de overheid is om hen daarin te stimuleren. Door convenanten te sluiten bijvoorbeeld, subsidies te geven of uiteindelijk harde eisen te stellen op het gebied van de herbruikbaarheid van materialen. Een product met 5 kunststoffen is gemakkelijker te hergebruiken dan een product met 23 kunststoffen. Als je circulariteit in het ontwerp goed regelt, kun je er aan de achterkant veel meer mee doen.
Weerbarstigheid maakt werk leuk
Ik ben een a-typische wetenschapper: ik weet van heel veel onderwerpen wel wat in plaats van heel veel van één onderwerp. Dat komt door mijn positie in de beleidsadvisering. Ik moet breed kunnen meedenken met beleidsmakers over milieu en economie. Leuk vind ik dat mijn rapporten of adviezen ook echt worden gebruikt en niet in een bureaula belanden. Circulaire economie is een vrij nieuwe term, toch denken we al 25 jaar na over het sluiten van de kringloop van grondstoffen. Soms is het frustrerend dat we al zolang weten wat nodig is en verandering zo langzaam zichtbaar wordt in de praktijk. Maar die weerbarstigheid maakt mijn werk tegelijkertijd interessant.’