In ons waterrijke en dichtbevolkte land is water onlosmakelijk verbonden met ons leven. Intensief gebruik van water legt een enorme druk op de waterkwaliteit. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) werkt hard aan onderzoek en advies over waterkwaliteit in relatie tot gezondheid en milieu. Dominique Narain-Ford is een van de onderzoekers en projectleiders. Sinds mei 2022 doet ze onderzoek naar chemische verontreinigingen van drink-, grond-, oppervlakte- en afvalwater.
Met kennis over waterverontreiniging het verschil maken
‘Zwemmen bij de vuilstort, dat leek me niet verstandig’
Dingen die je niet ziet, kunnen je wel ziek maken
Dominiques fascinatie voor waterverontreiniging door stoffen en bacteriën ontstond al tijdens haar jeugd in Suriname. Daar zag ze hoe mensen visten en zwommen in water op zo’n 1,5 kilometer van een vuilstort. ‘Misschien heeft het met mijn propere opvoeding te maken, maar ik had als kind al door dat dit onverstandig was. Ik was ook altijd al voorzichtig met handen schudden en waste vaak mijn handen. Niet uit smetvrees, maar omdat ik me er altijd al van bewust was dat er dingen zijn die je niet kunt zien, maar die je wel ziek kunnen maken.‘
RIVM in het NOS-journaal
Na een bachelor milieuwetenschappen in Suriname kwam Dominique voor haar master toxicologie naar Nederland. Behalve in toxicologie verdiepte ze zich ook in microbiologie. Ze liep stage bij de Universiteit Utrecht en bij het RIVM. De keuze voor het RIVM was een heel bewuste. ‘Mijn vader is geboren en getogen in Nederland en studeerde hier ook. Daarom keken we in Suriname altijd naar het NOS-journaal. Steeds als het daar over gezondheid en milieu ging, werd het RIVM aangehaald. Ik dacht toen al: daar wil ik meer over weten.’
Kennis gebruiken voor de maatschappij
Tijdens haar masterstages viel Dominique een groot verschil op tussen de academische wereld en het RIVM. ‘Ook universiteiten willen kennis vergaren door onderzoek. Maar de focus ligt er toch vooral op de publicatie van onderzoeksresultaten in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften. Zelfs als die resultaten niet zo maatschappelijk relevant zijn. Bij het RIVM is de centrale drijfveer echt het vergaren van kennis om een maatschappelijke vraag te beantwoorden. Daarom wist ik tijdens mijn master al dat ik bij het RIVM wilde werken.’
Bedrijfsleven of Rijksoverheid
Om haar kans op een baan bij het RIVM te vergroten, besloot Dominique om na haar master eerst te promoveren. Tijdens haar promotietraject werkte ze onder andere bij een privaat waterinstituut. ‘Ik zag toen dat je ook in het bedrijfsleven veel tijd kwijt bent met het vergroten van je zichtbaarheid als onderzoeker, omdat die bepalend is voor de financiering van je project. Bij een rijkskennisinstelling als het RIVM, waar de financiering vooral van de overheid komt, is dat gewoon anders.’
Weten wat speelt in de samenleving
Een van de projecten waarmee Dominique en haar collega’s impact maken is Promisces. Dit is een groot Europees onderzoek naar het voorkomen van vervuilende stoffen in het milieu. ‘In het kader van dat project gaven we een workshop in Barcelona over hergebruik van afvalwater voor irrigatie, het onderwerp van mijn proefschrift. Er waren ook mensen bij van lokale drinkwaterbedrijven en afvalwaterzuiveringsbedrijven. Toen we voorstelden om bepaalde chemicaliën te verbieden, stuitte dat bij die mensen op veel weerstand. Zij zagen beter dan wij wat de implicaties van zo’n algeheel verbod waren. Ik vond dit heel mooi, want het liet zien dat we als wetenschappers uit onze bubbel moeten komen. Als je echt impact wilt maken, moet je rekening houden met wat er in de samenleving speelt. Bij het RIVM doen we dat.’
Gedreven, maar niet te gek
Aan de maatschappelijke betrokkenheid zit ook een keerzijde, vertelt Dominique. ‘Veel collega’s werken ook ’s avonds en in het weekend. Op zich heel mooi, omdat het echt vanuit die maatschappelijke gedrevenheid komt, maar het is natuurlijk niet gezond. Wij hebben daarom met ons team afgesproken dat we doordeweeks, in de avond en in het weekend niet onze werkmail checken.’
Werkdruk en werkgeluk
Dat er bij het RIVM ook oog is voor werkdruk en werkgeluk, merkte Dominique al tijdens haar sollicitatie. ‘Ik wilde niet al mijn eieren in 1 mand leggen en solliciteerde ook bij een ander onderzoeksinstituut. Ik heb daar heel open gevraagd: wat zijn de mogelijkheden als ik mijn werk na een tijdje toch niet zo leuk vind? Het antwoord was dat ik het werk moest doen waarvoor ik was aangenomen. En dat ik er hooguit nog wat dingen bij kon doen. Toen ik dezelfde vraag bij het RIVM stelde, werd me gezegd dat ik voor een bepaald project aangenomen werd, maar dat ik na een jaar of 2 best zou kunnen doorschuiven. Je loopbaan is hier niet in steen gebeiteld. Dat maakte de keuze nog makkelijker.'