100.000 werkplekken bij de Rijksoverheid circulair maken. Met deze wens ging categoriemanager Sabien van der Leij de kantoorinrichtingsmarkt op. Inmiddels zijn de leveranciers om: circulair wordt steeds meer de norm. En ook al mag de teller van Sabien nog wel wat sneller lopen, de belangstelling groeit zowel binnen als buiten de Rijksoverheid.
Rijksinkoopbeleid zet in op hergebruik van meubilair
Sabien van der Leij
Categoriemanager Rijksoverheid - Rijkswaterstaat
Circulair meubilair
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties klopt aan bij Sabien of zij geïnteresseerd is in een pilot met circulair meubilair. ‘Jazeker, heel interessant,’ antwoordt ze. ‘Maar kunnen we dit ook inzetten voor ons gehele inkoopbeleid voor kantoorinrichting? Juist wij als Rijksoverheid kunnen met ons volume op dit gebied een voortrekkersrol vervullen. Laten we dat dan ook doen.’
Op gesprek binnen en buiten het Rijk
Op dat moment weet Sabien eigenlijk zelf nog niet precies hoe de wereld van de circulariteit eruitziet. En ook niet wat er komt kijken bij het circulair maken van een gehele inkoopcategorie binnen het Rijk. ‘Over dit item was in die tijd nog niet zoveel bekend. We zijn daarom eerst met veel mensen binnen en buiten de Rijksoverheid gaan praten. Onder meer met experts, onze klanten - de ministeries en andere rijksdiensten - en leveranciers. Alles wat we daarvan opstaken hebben we meegenomen in onze aanpak.’
Zoektocht naar gelijkgestemde leveranciers
Meubilair circulair maken, kun je op verschillende manieren doen. Bijvoorbeeld door te hergebruiken. Sabien: ‘We gingen op zoek naar leveranciers die onze ambitie met ons delen. Die zelf ook geloven in de kansen die een circulaire economie ons biedt en daarvoor gaan. Die verstand hebben van kwalitatief goede kantoormeubelen. En die oog hebben voor materialen die lang meegaan en het onderhoud en de reparaties en refurbishement kunnen verzorgen.’
‘Dat ons doel om voor circulair te gaan zoveel impact nationaal en internationaal heeft opgeleverd, daar ben ik zeker trots op’
Sabien van der Leij
Aanbesteding in de markt
Er breekt een drukke tijd aan waarin de aanbesteding in de markt wordt gezet. ‘Vervolgens zijn we heel intensief met de leveranciers in gesprek gegaan. De focus was vooral gericht op het ontwikkelen van de samenwerking en het maken van aanvullende afspraken over de processen die nodig zijn voor hergebruik. We gingen bovendien met elkaar op zoek naar de juiste prikkels om dit hergebruik te stimuleren.’
Meubelmakelaar wint aan populariteit
Nu de aanbesteding op de rails staat, is het aan de ministeries om de omslag ook echt te maken. ‘Uiteindelijk bepalen zij zelf of ze hiervoor willen gaan. Het is mooi dat door onze aanpak nieuwe functies zijn ontstaan, zoals de meubelmakelaar. De meubelmakelaars houden continu de mogelijkheden in de gaten om meubilair te herinzetten en organiseren dit proces in hun eigen organisaties.'
Aandacht in de media
Sabien: 'Je ziet de interesse voor de circulaire economie toenemen: er zijn hierdoor minder schaarse grondstoffen nodig, het draagt bij aan CO2-reductie en bespaart kosten. Door de verschuiving van alleen maar leveringen naar diensten zoals onderhoud, reparatie en refurbishment is het bovendien mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten.'
Trots op impact
Dat er door de aanpak van de Rijksoverheid op kantoorinrichtingsmarkt een flinke verschuiving naar circulariteit is gekomen, ziet Sabien als de grootste winst. ‘Doordat wij het zo groot in de markt kunnen zetten, zie je dat er bij de leveranciers een omslag is ontstaan. Gispen bijvoorbeeld is door de omvang van dit contract nog veel meer gaan investeren in duurzame oplossingen voor klanten. We maken nationaal en internationaal impact, daar ben ik zeker trots op.’
Bewust omgaan met je omgeving
Het thema circulariteit raakt Sabien ook persoonlijk. ‘Ik geloof hier zelf heel sterk in. Het kan toch niet zo zijn dat wij als Rijkoverheid meubilair zomaar zouden weggooien, terwijl je er nog zoveel mee kunt doen. Dat gaat er bij mij gewoon niet in. Ik geef mijn eigen kinderen ook mee dat we met elkaar maar 1 aarde hebben en dat ze daar bewust mee om moeten gaan. Ook al is het een druppel op een gloeiende plaat, ik wil hier zelf een bijdrage aan leveren en ik heb zeker het idee dat we dat op deze manier doen.’