Open data beleid
‘Het KNMI DataCentrum (KDC) geeft toegang tot weer-, klimaat- en seismologische datasets van het KNMI. Bijvoorbeeld data van waarnemingen, modelverwachtingen en -projecties. Mijn collega’s en ik zorgen ervoor dat die data goed doorzoekbaar zijn. Wij maken tools waarmee je de juiste informatie uit de grote bak met data kunt vissen. Van petabytes maken wij behapbare megabytes, direct bruikbaar in verder onderzoek of andere toepassingen.
Vrij onderzoek
Bij het KNMI hebben we relatief veel vrijheid. Wij mogen 10% van onze tijd besteden aan ‘vrij’ onderzoek. Het moet natuurlijk wel met het KNMI te maken hebben en uiteindelijk tot iets leiden. Zo zijn we nu bijvoorbeeld bezig met het onderzoeken of we de analysetool Splunk kunnen toepassen op onze eigen software en data.
Dragons Den
Eén keer per jaar organiseert het KNMI de Dragons Den. Als jouw idee wint krijg je geld om het idee uit te voeren. Zo zijn medewerkers van het KNMI op de fiets gestapt met mobiele meetapparatuur om op straat luchtvervuiling te meten.
Ook hebben wij regelmatig contact met een groep stormchasers. Stormchasers zijn mensen die in de gaten houden waar er bijvoorbeeld storm wordt verwacht. Zij gebruiken onze data om de storm op te zoeken. Samen met hen en een collega hebben we een idee voor een app ontwikkeld: de waarnemingen en metingen die zij ter plekke doen, sturen zij via die app naar het KNMI. Zo heb je direct de laatste stand van zaken. In Amerika bestaat zoiets al. We hebben niet gewonnen, maar hebben nu contact met de makers van de Amerikaanse versie en gaan met hen werken aan een verbeterde versie voor Nederland.
Internationaal
Bij het KNMI werken een heleboel enthousiaste mensen. De meeste mensen zijn hier ontzettend samenwerkingsgericht. Dat maakt het een leuke werkomgeving. Ik kan altijd bij een collega binnenlopen. Er is onderling ook veel waardering en respect voor elkaars werk. En, de internationale dimensie is natuurlijk heel leuk. Het KNMI wordt internationaal gezien als een goede partner om mee samen te werken, waardoor ik regelmatig in het buitenland zit. Zo zie je maar waar een klein land groot in kan zijn’.